Geschiedenis Academie

De historiek van onze academie in een notendop

 

Hoe het allemaal begon...

Op 10 oktober 1945 wordt in de klaslokalen van de lagere school met welgeteld 115 leerlingen het eerste schooljaar aangevat aan de Muziekschool Eisden-Tuinwijk. Daar wordt de basis gelegd van datgene wat op dit ogenblik onder de noemer van “Kunstacademie Maasmechelen” wordt georganiseerd. Werpen we even een blik in het verleden van de academie…

 

De vloeiende tonen in een galmende gang

In het begin van de twintigste eeuw kent het Maasland op het vlak van kunstonderwijs hooguit hier en daar privé-onderricht, meestal pianolessen die gegeven worden door onderwijzers of koster-organisten. En voor de blaasinstrumenten maakt zich in de verschillende kerkdorpen wel een of ander lid van de plaatselijke fanfare verdienstelijk met het opleiden van de jonge spelers voor de vereniging. In de jaren twintig wordt Arthur Forgeron, een volleerd musicus en componist, door de Kolenmijn Limburg-Maas naar Eisden gehaald om er de Harmonie van de Mijn te dirigeren. Ieder zichzelf respecterende industrie heeft immers een muzikale groep om feestelijkheden op te luisteren. Forgeron start meteen met een eerste klas voor “solfège” in een zaal van de Oude Burelen, waar de grote vleugel uit het Kasteel van Leut is ondergebracht. Eén van de eerste leerlingen die daar luidkeels de solfège-lesjes van Lavignac en Gilson zingt, blijkt Josée Ramakers. Zij zou later als mevrouw Vigneron de grote drijfkracht worden en de basis leggen van wat op dit ogenblik onder de noemer van de “Academie voor Muziek Toneel & Dans” wordt ontplooid.

 

De solfègeklas

Er wordt wat afgemusiceerd in die tijd. Bij de ouders van mevrouw Vigneron komen vrienden bijeen om muziek te maken rond de piano. Met een viool, klarinet, saxofoon, cello... naargelang ze te vinden zijn. Uit die samenstelling, samen met andere groepen huismuziek, ontstaat de “Symfonie van de Kolenmijnen”. Kinderoperettes en balletten worden naast de feestelijkheden op de mijn door hen opgeluisterd. Mevrouw Vigneron geeft op het einde van de dertiger jaren al lessen aan een veertigtal leerling-pianisten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan die lessen, zo goed en zo kwaad als het kan, regelmatig door en worden vaak pretentieloze leerlingenconcerten gebracht. Op één van die concerten verschijnt de toenmalige koolmijndirecteur Seutin en die belooft meteen om na de oorlog mevrouw Vigneron ten volle te steunen bij de oprichting van een muziekschool. Onmiddellijk na het luwen van het oorlogsgeweld zoekt mevrouw Vigneron de eerste contacten met het Ministerie van Onderwijs.

Bezieling

Met de financiële steun van de mijn wordt op 10 oktober 1945 in de klaslokalen van de lagere school met welgeteld 115 leerlingen het eerste schooljaar aangevat aan de muziekschool van Eisden-Tuinwijk. “Er heerste die eerste week een geestdriftige drukte in schoollokalen en gangen. Nog steeds herinner ik me de plotse emotie die ons, mijn man en ik, verraste die vrijdagavond van de eerste week van dat eerste schooljaar, toen wij in de galmende gang de door elkaar vloeiende tonen van koper, hout en snaren over ons lieten aanspoelen... Een droom was werkelijkheid geworden: de muziekschool bestond! Tot op mijn laatste dag zal dat ogenblik een zalige herinnering blijven...”, zo schrijft mevrouw Vigneron later. Er wordt hard gewerkt die eerste jaren om zoveel mogelijk verschillende instrumentcursussen in te richten zodat vanaf 1 januari 1949 de school zich al “Vrije Muziekacademie” mag noemen. Maar in het begin van de jaren vijftig kampt de kolenmijn met een zware afzetcrisis en die luiden voor de Muziekacademie een langdurige periode van onzekerheid in. Want hoe hoger de kolenstock hoe lager de werkingstoelage voor de academie.

Emoties

Leerkrachten met speciale opdrachten moeten worden opgezegd en vervangen door hun meest gevorderde leerling of oud-leerling. Lestijden worden ingekort en klassen ontdubbeld. Gelukkig worden de meeste gemeentebesturen van het Maasland tot een financiële bijdrage bereid gevonden zodat in 1952 de vrije muziekacademie een “Gewestelijke Muziekacademie” wordt. Van Rotem tot Lanaken gaan vanaf dat ogenblik de muzieklessen door. En mevrouw Vigneron staat niet stil. Zij is doordrongen van een grote liefde voor al hetgeen met kunst en cultuur te maken heeft. Ze wil de Maaslandse jeugd een bredere esthetische opvoeding bieden dan uitsluitend muziekonderwijs. In 1954 wordt door haar een cursus voordracht en dictie gestart aan de Muziekacademie, hetgeen meteen de basis vormt van de huidige afdeling Woord binnen onze academie. Ook richt zij een “Volkskunstschool” en een “Jeugdmuziekschool” op. En omdat het in de streek ontbreekt aan onmisbare toonbeelden van volwaardige concerten wordt “Jeugd en Muziek” opgericht. Gerenommeerde muziekensembles vinden zo hun weg naar onze gemeente.

De schreeuw om een inrichtende macht

“Indien de academie heden bestaat, dan is het allereerst te danken aan de toewijding van de personeelsleden die vanaf 1 januari 1960 tot op 28 augustus 1961 trouw bleven doorwerken zonder de minste vergoeding of tegemoetkoming...” Dat is de overtuiging van mevrouw Vigneron die vanaf de jaren vijftig als directrice het bijzonder moeilijk heeft met de bestendiging van de werking van de academie. Oorzaken daarvan zijn de tanende mijnindustrie, de schoolwet van 1959 en bovenal de kolenmijn die zich terugtrekt als inrichtende macht. Vanaf 1960 worden ontelbare - en meestal vruchteloze - pogingen ondernomen bij gemeente, provincie en staat voor een overname van de academie door een officiële overheid. De dossiers worden naar alle horizonten verstuurd maar tevergeefs.Het zal tot in 1972 duren vooraleer de schreeuw om een inrichtende macht kan worden beantwoord. Op het ogenblik van de grote gemeentefusies wordt het mogelijk dat de gemeente Maasmechelen als nieuwe, inrichtende macht kan optreden.

De groei naar zekerheid 

Dit hoopvolle nieuws bereikt het personeel van de academies als zonlicht op het einde van een lange, donkere tunnel: de school zal eindelijk een stabiele toekomst kennen! De beslissing heeft evenwel tot gevolg dat de “gewestelijke” muziekacademie wordt opgesplitst. Even nadien ontstaan in de andere Maaslandse gemeenten aparte scholen die, ontstaan vanuit de gewestelijke muziekacademie in Maasmechelen, een eigen weg zullen leiden. Mevrouw Vigneron blijft aan het hoofd van de Muziekacademie tot augustus 1979 en het is dankzij haar nooit ophoudende werkijver, een niet-aflatend doorzettingsvermogen en haar ongebreidelde liefde voor de kunst dat het fundament voor het kunstonderwijs in het Maasland wordt gelegd. Zij wordt in haar directiefunctie opgevolgd door Maurice Delporte, die als leerling en leraar altijd al verbonden was aan de muziekacademie. Het schooljaar 1979-1980 wordt bovendien een jaar waarin zowel mevrouw Vigneron als dhr. Delporte het directeurschap samen delen. Op die manier krijgt de nieuwe directeur de werking en administratieve taken systematisch onder de knie.

De fakkel wordt doorgeven

Dhr. Delporte zet vanaf 1980 het werk van mevrouw Vigneron naarstig verder en tracht de lijn die door zijn voorgangster is uitgestippeld nauwgezet verder te zetten. In 1994 gaat Maurice Delporte definitief met pensioen. Nadat Jean Kaes, ook al een leerling uit de eigen academie, als dienstdoend directeur bijna twee schooljaren als hoofd van de instelling fungeert, stelt het gemeentebestuur van Maasmechelen op 1 april 1996 een nieuwe directeur aan, met name Pieter Nijsten. Dhr. Nijsten heeft een gedegen, muzikale loopbaan achter de rug alvorens hij tot directeur wordt benoemd.

 

Op naar een nieuw millennium

Trouw aan zijn studies brengt dhr. Nijsten onmiddellijk een afdeling “Jazz & Lichte Muziek” naar de academie van Maasmechelen. Hij activeert ook een aantal nieuwe functies zoals het Pedagogisch College en de vakwerkgroepen, waardoor de leerkrachten meer inspraak krijgen in het beleid. Ook is er de functie van coördinator, ingevuld door Mark Prils. Samen wordt er verder gebouwd aan de uitstraling van de academie. Zo bieden de kerstconcerten en de inmiddels bekende promsconcerten (naderhand Maasmechelen Music Night) een mooi en groot podium voor veel studenten en leerkrachten. In 2003 wordt gestart met een afdeling “Dans”, wat na enkele jaren resulteert in een naamsverandering tot “De Gemeentelijke Academie voor Muziek Theater & Dans”. De titel “Theater” komt er om binnen multicultureel Maasmechelen een duidelijker beeld voor de afdeling “Woord” te creëren. 

Vanaf 1 september 2004 wordt de functie van directeur gedeeld met dhr. Prils die in 2005 Pieter Nijsten opvolgt. Ook nu weer wordt door het schoolbestuur gekozen voor iemand van eigen bodem. Mark Prils wordt in zijn directeursambt bijgestaan door coördinatoren Patrick Warson en Jo Stijnen. In het 70e levensjaar van de academie worden er verschillende interdisciplinaire projecten georganiseerd en wordt de aanzet gegeven tot een verdere uitbouw van de theater- en dansacademie. Tevens volgt een innovatie voor verschillende theoretische vakken door de aankoop van multimedia-materiaal.

Ondertussen wordt in 2013 de manier van evalueren aangepast. Dit via competenties en persoonlijke jaarplanningen. Ondanks discussies blijft ook het puntensysteem behouden. Ook krijgen vertikale- en horizontale leerlijnen volop aandacht.

Tevens krijgt de Academie in 2014 een nieuw logo.

Vanaf september 2019 heeft ons Kunstonderwijs, na bijna 20 jaar een nieuw decreet. De implementatie hiervan is vlot en zonder noemenswaardige problemen verlopen.

In 2020 bestaat de Academie 75 jaar waar via verschillende evenementen de nodige luister aan gegeven wordt. 

Hoe de resterende jaren van dit millennium aan de academie zullen worden ingevuld, is meer dan waarschijnlijk te lezen in de geschiedenisboeken die bij een nieuwe gelegenheid zullen worden geschreven.